conflictpatronen en neutraliteit in mediation

Mediation in de praktijk – Het vastgelopen proces

Roderic van Voorst tot Voorst is zakelijk- en familiemediator binnen ons kantoor. In deze blogserie neemt hij ons mee in de kernwaarden van mediation en dilemma’s, en hoe hij daar in de praktijk mee omgaat. Vandaag: Wat doe je als mediator als partijen hun conflict in stand houden, maar de mediation niet willen beëindigen?

Na 12 jaar huwelijk was het ècht over en uit, ondanks een poging tot relatietherapie een paar jaar geleden. De kinderen van 10 en 8 woonden in het gezamenlijke huurhuis en de ouders vlogen in en uit (bird-nesting) en woonden zelf ieder tijdelijk bij hun ouders in.

Het bird-nesten werkte niet goed. De reistijden waren (te) lang, ze moesten (te) vroeg op om de kinderen op te halen en naar school te brengen; kortom, het schema voor de zorg paste niet in hun eigen werktijden, maar een ander huis was er niet zo snel. De vrouw had een punt achter de relatie gezet en de man was, zo leek in de eerste bijeenkomst, woedend. Desgevraagd werd dit door hem bestempeld als “niet boos, maar gefrustreerd”: alles wat de vrouw wilde werd gedaan, hij had niets, maar dan ook niets in te brengen, hij was niet meer dan een hond. In lange tirades, die niet te onderbreken vielen, uitte de man zijn gram. Hij zat hier voor de kinderen, niet voor zichzelf. De vrouw zat er als een stil vogeltje bij.

In de mediation

Het opstellen van een ouderschapsplan en het regelen van financiën waren de hoofdthema’s die zij wilden oplossen. De man kwam met voorstellen, de vrouw piepte dat die niet goed waren. De man raakte gefrustreerder en gefrustreerder, de vrouw kroop steeds verder weg. De man voelde zich slachtoffer van de vrouw, zij had tot de scheiding besloten, hij had het maar te slikken, zijn voorstellen werden telkens afgewezen. De vrouw voelde zich slachtoffer van de man, hij was een bully, normaal overleg met hem was niet mogelijk omdat hij telkens boos werd, haar bezwaren tegen zijn voorstellen werden niet gehoord en nog minder gewaardeerd.

Ingesleten patronen

Het conflictpatroon bleek zo diep ingesleten dat geen enkele interventie leek te helpen. Na de vierde bijeenkomst werden door mij twee caucussen ingelast met als hoofdonderwerp communicatie en conflict. Zowel de man als de vrouw toonden in de caucus geen enkel inzicht in het patroon waar zij zelf in zaten. Tot een analyse ervan waren ze niet in staat, anders dan de conclusie handhaven dat het aan de ander lag. Op de vraag wat ze dan anders zouden kunnen doen om het gedrag van die ander positief te beïnvloeden bleef het bij een hulpeloze, vragende blik.

Een volgende poging om het onderwerp aan te snijden werd onmiddellijk afgewimpeld. De man wilde pas praten over conflictstijl als er stappen waren gezet in het opstellen van een ouderschapsplan (hij had al weer op vijf punten toegegeven, meldde hij boos, de birdnesting-regeling moest anders en wel volgens zijn bijgeleverde eisen, dus waar bleef zij nou met háár bijdrage om er samen uit te komen??).

Reflectie op mijn rol

De vraag die ik mij als mediator stelde was welke rol ik nou eigenlijk had. Het standaardbeeld van de mediator is dat hij partijen helpt er samen uit te komen en dat zij na de mediation zonder conflict de toekomst tegemoet gaan. Dat beeld leek hier niet haalbaar. Maar aangezien partijen wel tot overeenstemming leken te willen komen over de inhoud – ook al kozen ze daarvoor de moeilijkste weg – moest ik de mediation toch voortzetten. Hired until fired. Ik meldde aan hen dat ik een beëindiging door de mediator als mogelijkheid zag, in de hoop dat die waarschuwing zou helpen. Ook daarin had ik mij vergist…

Niet meer neutraal?

In de 14de bijeenkomst stelde de man dat de vrouw zo halsstarrig bleef omdat ik als mediator haar daarin aanmoedigde; ofwel: als het dan al niet helemáál aan haar lag dan lag het dus aan mij.
Ik heb twee dagen daarna in een uiteraard zeer vriendelijk bericht de mediation beëindigd op grond van het argument dat ik mijn neutraliteit niet meer kon garanderen nu die in twijfel was getrokken.
Niet alle mediations eindigen met een succes. Mag de mediator dat jammer vinden? Of is hij alleen al door die gedachte/wens niet meer helemaal neutraal?

 

overgangsrituelen

Overbruggen

Overgangsrituelen.

Afgelopen weekend zijn we van 2022 het jaar 2023 in geduikeld. Sommigen heel letterlijk, met een koude duik in zee, anderen ‘gewoon’, met een oliebol en een oudejaarsconference.

Het is interessant om te observeren op welke manieren mensen, vaak met een ceremonieel tintje, verschillende periodes overbruggen. Markante verjaardagen, bijzondere levensgebeurtenissen of het overwinnen van een periode van flinke tegenslag; ieder geeft er zijn eigen betekenis aan. Met bijbehorende rituelen. De één laat een tatoeage zetten, een tweede geeft een groot feest, of boekt juist een reis naar een ver land: we vieren wat af. En vaak helpt dat overbruggen ook om iets af te sluiten, en ruimte te maken voor iets nieuws.

Als mediators zijn we vaak aanwezig te midden van een botsing van twee fasen. Een conflict is – vaker wel dan niet – een teken dat er iets ten einde moet komen. De jas van de samenwerking past niet meer. Iemand is de baan ontgroeid, of er is iets dat eigenlijk al langere tijd schuurt en wringt, maar wegkijken leek eenvoudiger. Totdat het conflict niet meer te vermeden bleek.

Daar zit je dan. Bij een mediator, coach of in dialoogbemiddeling. Op zoek naar betekenis in de misère. Of tenminste een oplossing. Een brug naar verandering, een nieuwe fase die minder zwaar en verdrietig voelt.

Hoe overbrug je een conflict?

Wij mediators doen dat door het stellen van vragen, maar ook door een stilte te durven laten vallen. Wat is er niet gezegd, niet gedeeld, of actief verzwegen waardoor jullie elkaar niet meer zagen staan?

Vaak ontstaat er bij ons aan tafel inzicht. In het gedonder van een conflict hoor je niet meer wat de ander zegt, maar heb je misschien ook helemaal niet meer helder wat je zelf belangrijk vindt.

In mediation gaan, betekent actief kiezen om op onderzoek uit te gaan. Bij jezelf, en bij de ander.

Door te kiezen voor dat onderzoek, markeer je eigenlijk zelf al het begin van de scheiding tussen ‘verleden’ en ‘toekomst’. Want begin je te bewegen, dan verandert er iets in jou, en in jullie samenwerking. Niks geen magie, goede voornemens, luidruchtig aftellen en ook geen gedwongen duik in het koude water. Met het bouwen van een brug kun je op elk moment van het jaar starten.

Wil jij in 2023 aan de slag met een conflict, en een brug slaan naar betere communicatie, duidelijkere doelen of het ontwarren van onderling gedoe?

Neem contact op, en dan bespreken we graag op welke manier we iets voor jou/ jullie kunnen betekenen.

 

ps: de brug op de foto is de Titan RT, langste hangbrug van Duitsland. De brug is 483 meter lang en gespannen boven een dal/stuwmeer en ik vierde afgelopen zomer mijn verjaardag door deze brug (met hoogtevrees) twee keer over te lopen. Over overgangsrituelen gesproken 😉

coaching of mediation

Mediation, coaching of iets anders?

Wij hebben in onze praktijk met vier mediators gemiddeld zo’n 15-20 mediations tegelijk lopen. Maar mediaten kan en moet je niet wekelijks veertig uur non-stop achter elkaar door willen doen vinden wij. Dan gaan zaken door elkaar heen lopen, en kun je niet meer de kwaliteit en aandacht geven die wij onze klanten willen geven. Daarnaast is mediation ook niet altijd de juiste interventie. Vandaar dat we ook trainingen, coaching en procesbegeleiding aanbieden.

Aan de basis van elke opdracht ligt vaak een conflict of een verlangen om iets te veranderen of leren om juist dat conflict te voorkomen – alleen is de vorm van onze betrokkenheid anders.

Verschillende vormen van begeleiden

In mediation werken we  met een mediationovereenkomst conform de regels van de Mediatorsfederatie Nederland, zodat helder is wat deelnemers van elkaar en van de mediator mogen verwachten. Een neutrale procesbegeleider, die deelnemers ondersteunt in een proces dat uitgaat van partij-autonomie, vrijwilligheid en vertrouwelijkheid. We geven nadrukkelijk geen advies, en het aantal mediation-gesprekken is meestal beperkt tot 3 a 4 in een periode van hooguit een maand of twee. Daar binnen is geen traject hetzelfde, maar de formele kaders staan vast.

Soms is er iets anders nodig

Toch vraagt een opdrachtgever soms iets anders. Omdat het maar om één persoon gaat, of omdat mediation te zwaar voelt (er is niet echt een conflict), te formeel (vanwege de mediationovereenkomst en de strikte geheimhouding) of wil men dat we een langere tijd meelopen gedurende een ontwikkeling van een team. Dan lijkt (team-)coaching soms een beter instrument.

Zo coachen we op aanvraag individuen en teams, waar de communicatie met ‘de ander’ niet prettig en effectief verloopt. Welke patronen of gewoontes, verwachtingen en wensen liggen onder die wrijving verscholen? Op welke manieren kan een groep mensen – met respect voor ieders kwaliteiten en verschillen – beter samen werken en helderheid creëren over ieders taak, rol en verwachtingen?

Deze trajecten zijn soms korter, en soms langer dan mediations. De ene keer werken we met een groep ouders en leerkrachten of zorgprofessionals, een andere keer met verschillende generaties binnen een familiebedrijf of een afdeling financiën binnen een commerciële organisatie.

De werkvormen zijn anders dan in mediation, en ook de rol van de opdrachtgever en deelnemers varieert. Soms werken we in een groep van 20 mensen tegelijk, een andere keer (b)lijkt het beter om eerst in kleinere groepen te starten, afhankelijk van wat er eerst moet worden ontward of opgelost.Bij verkennende gesprekken over coaching-opdrachten voor individuen en teams wordt vaak gevraagd wordt is: vertel eens iets over jullie aanpak. En dat is héél logisch.

En tegelijkertijd is ons antwoord vaak een wedervraag: wat heb jij of hebben jullie nodig?

Geen pasklare antwoorden

Want wij werken niet met een standaard methodiek waarna je na het invullen van een aantal vragenlijsten op basis van je kleur bijna pasklare antwoorden krijgt op wie je bent en waarom de samenwerking met collega B, net van een andere kleurtype, voor geen meter werkt.

Mensen zijn complex, en de interactie tussen mensen zo mogelijk nog ingewikkelder.

Wij geloven in luisteren en samen onderzoeken. Zorgen voor een goede werkrelatie, waarin wij met vertrouwen ook lastige vragen kunnen stellen omdat er voldoende veiligheid is om een laagje dieper te gaan. Uiteraard hebben wij ook een toolbox (oplossingsgericht werken, inzichten uit de systeemdynamiek, tafelopstellingen, visual facilitation, evaluatieve mediation) vol interventies. En jarenlange ervaring waarmee we mét u, jou en jullie zoeken naar helderheid, meer inzicht en als het even kan meer begrip en plannen die samenwerken in de toekomst minder moeizaam gaan maken.

Gelukkig vinden de meeste mensen die ons benaderen dat een pré. Geen vast format, maar maatwerk. En co-creatie, samen stap voor stap de weg naar oplossingen vormgeven. Wij durven te leiden maar geloven ook in jullie potentieel.

Geeft dit blog een duidelijke antwoord over wanneer mediation en wanneer coaching; nee. Eigenlijk niet. Die vraag kunnen we namelijk het beste samen met jou/ jullie zelf onderzoeken, want elke situatie en behoefte is net even anders.

Doen wat werkt. Zonder poespas samen zoeken naar de beste oplossingen. Daar staan wij voor.

Meer weten of sparren? Neem gerust contact op!

Psychologie aan de mediationtafel 5

Psychologie aan de mediationtafel

Psycholoog-mediator Mark Spaargaren duikt in deze serie in de wereld van de psychologie aan de mediationtafel. Hij maakt kennis met een tafelgast die altijd aanwezig is. Soms zichtbaar, meestal onzichtbaar. Deze keer: Locus of Control of in goed Nederlands: beheersingsoriëntatie.

Locus of Control

Kortgezegd is locus of control de mate waarin een persoon zijn gedrag toeschrijft aan interne of externe factoren. Iemand die vooral naar de omstandigheden kijkt als oorzaak van zijn gedrag, heeft een externe beheersingsoriëntatie. Iemand met een interne beheersingsoriëntatie gelooft dat hij of zij zelf voor een groot gedeelte het leven bepaalt, en dus voor een groot gedeelte verantwoordelijkheid draagt voor het eigen succes én falen. Het gaat dus om de mate van ervaren controle over het eigen leven, over eigen succes en falen.

Je kunt mensen met een externe oriëntatie herkennen aan dit soort uitspraken:

“Als ik meer geld (of tijd, of vrienden) zou hebben, zou ik wel gelukkig zijn!”

“Ik heb regelmatig ruzie met mensen, maar het ligt altijd aan de ander.”

“Het project is mislukt, maar daar hadden veel factoren invloed op.”

Mensen met een interne oriëntatie zul je eerder dit soort dingen horen zeggen:

“Ondanks het slechte weer, hebben we er een leuke dag van gemaakt!”

“Als je er hard genoeg voor werkt, krijg je het succes dat je verdient”

“Het project is mislukt, en daar ben ik verantwoordelijk voor.”

Er is een (Engelstalig) testje waarmee je een beeld kunt krijgen welke oriëntatie bij jou het sterkste is.

Hoe uit zich dat bij conflicten?

Er is onderzoek gedaan naar de verschillen tussen mensen met een interne en externe beheersingsoriëntatie in conflicten. Onderzoek door de VU vond bijvoorbeeld dat mensen met een interne oriëntatie eerder geneigd zijn probleemoplossende vaardigheden toe te passen bij conflicten. Dit resulteerde vervolgens in minder mentale stress bij conflicten op de werkvloer. Ander onderzoek bevestigde dat mensen met een interne oriëntatie inderdaad in actie komen en probleemoplossend te werk gaan, maar vond dus ook ook dat mensen met een externe oriëntatie in conflictsituaties juist eerder vermijdend gedrag laten zien.

Op welke wijze kom je deze psychologie aan de mediationtafel tegen?

Het grote verschil tussen mensen met een interne en een externe oriëntatie is de mate van controle die zij ervaren over hun omstandigheden. Mensen met een interne oriëntatie zijn geneigd verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen handelen en gaan probleemoplossend te werk. Het kan natuurlijk voorkomen dat je aan de mediationtafel te maken krijgt met mensen met een externe locus of control. Zij zijn geneigd de problemen buiten zichzelf te leggen en gaan vermijdend te werk. Daarentegen kan iemand met een interne locus of control een ander aanspreken op diens eigen verantwoordelijkheid, maar hierin geen gehoor krijgen, omdat die ander minder eigen controle of verantwoordelijkheid ervaart. Genoeg ingrediënten voor een Babylonische spraakverwarring.

Tips

Er zijn een aantal tips om met deze vorm van psychologie aan de mediationtafel om te gaan:

Locus of control is een relatief stabiel kenmerk van de persoonlijkheid. Het heeft dus niet zoveel zin veel energie te steken in een poging dit te veranderen. Dat geeft de ervaring van het trekken aan een dood paard.

Het benoemen en erkennen van deze verschillende oriëntaties kan een goede eerste stap zijn. Partijen kunnen hierdoor anders naar elkaar gaan kijken en begrip krijgen voor de verschillen in hoe iemand in het conflict staat, en waarom partijen het gevoel hebben langs elkaar heen te praten.

Zoals gezegd ervaren mensen met een externe oriëntatie minder controle over hun eigen situatie, hun eigen succes of falen. Aan de mediationtafel kan gezocht worden naar manieren om het gevoel van controle te vergroten. In de eerste plaats gebeurt dat al in het mediationproces zelf, waarin partijen als gelijkwaardige partijen aan tafel zitten om gezamenlijke afspraken te maken. De mediator kan als neutrale gespreksleider zorgdragen dat de betrokken partijen autonomie ervaren en de ruimte krijgen controle uit te oefenen over de uitkomst.

Het is niet alles of niets. Mensen met een interne oriëntatie hebben heus ook oog voor de omstandigheden en andersom. In het midden kan overeenstemming worden gevonden in de balans tussen eigen verantwoordelijkheid in het omgaan met externe omstandigheden. Er ligt een belangrijke rol voor de mediator om interventies in te zetten die de partijen in staat stellen anders naar de kwestie te kijken, bijvoorbeeld om niet alles wat mis gaat bij zichzelf te zoeken, ofwel om niet alles buiten de eigen controle te zien.

Voor meer informatie, advies of een afspraak – neem gerust contact op!!

Vertrouwen in arbeidsrelaties

Vertrouwen in arbeidsrelaties | Het vervolg

In aanloop naar onze Kennisbijeenkomst op dinsdag 11 april 2023 over de rol van Vertrouwen in arbeidsrelaties schrijft psycholoog-mediator Mark Spaargaren een aantal blogs over vertrouwen. De vorige blog ging over de basis: Waar hebben we het eigenlijk over als we spreken over vertrouwen? In deze blog het vervolg: op welke manier raakt vertrouwen beschadigd en wat is nodig voor herstel?

Hoe raakt vertrouwen beschadigd?

De Dikke van Dale definieert vertrouwen als het geloof in iemands goede trouw en eerlijkheid. In de psychologie als “geloven dat de persoon die men vertrouwt zal doen wat men van hem verwacht”. Vertrouwen raakt beschadigd als iemand op één van deze punten door een ander teleurgesteld raakt. Iemand doet iets dat je niet verwacht of doet juist iets niet waar je wel op had gehoopt. Je hebt niet langer het gevoel dat de ander het beste met je voor heeft, of eerlijk is over zijn beweegredenen.

In mediation of coaching bij kwesties die spelen in arbeidsrelaties, komen we keer op keer voorbeelden hier van tegen:

    • Een medewerker heeft een negatieve beoordeling gekregen, terwijl hij niet eerder te horen heeft gekregen dat hij niet functioneerde.
    • Een leidinggevende denkt een goede werkrelatie te hebben met een medewerker, maar komt er achter dat zij roddels over hem verspreid op de afdeling.
    • Twee collega’s betichten elkaar van haantjesgedrag in een poging een gewilde promotie ten koste van de ander te krijgen.
    • Een medewerker wordt na jaren trouwe dienst tijdens een reorganisatie geconfronteerd met een demotie.
    • Een leidinggevende heeft een onveilig werkklimaat gecreëerd door teamleden geen ruimte te geven met nieuwe ideeën te komen en kritiek genadeloos af te straffen.
    • Een collega vertoont grensoverschrijdend gedrag waardoor een andere collega niet langer met haar samen kan werken.

Allemaal voorbeelden van geschaad vertrouwen in arbeidsrelaties, en een aanleiding voor mensen om de organisatie te verlaten, naar een andere afdeling te verhuizen of met stressklachten thuis te komen zitten.

Wat kun je zelf doen om vertrouwen te herstellen?

Als je wilt dat mensen je vertrouwen, moet je betrouwbaar zijn. Heel veel ingewikkelder wordt het niet! Zorg dat wat je doet in lijn is met wat je zegt. Maak geen beloften die je niet waar kunt maken. Wees open over waar je mee bezig bent. Ga lastige gesprekken niet uit de weg. Wees eerlijk over je eigen kwetsbaarheid.

Het lijkt simpel (en dat is het ook), maar toch gaat het wel eens mis. En ook dan is er geen man over boord. Iedereen maakt wel eens fouten, en dat hoeft gelukkig niet meteen het einde van de relatie te betekenen. Heb je een vlekje gemaakt, ga er dan niet in zitten wrijven. Erken je fout, vraag om vergeving en zorg voor herstel van eventuele schade. En dan niet op jouw manier, maar op de manier die de ander nodig heeft om weer vertrouwen te krijgen.

“Behandel anderen zoals zij behandeld willen worden”

We kennen allemaal de gulden regel: “Behandel anderen zoals jij door hen behandeld wilt worden”. Hartstikke goed: je neemt jezelf als uitgangspunt en bedenkt wat jij nodig zou hebben in een bepaalde situatie en handelt daarnaar. Nog beter is om bij de ander na te gaan wat hij of zij nodig heeft, en daaraan tegemoet te komen.

Wat als het niet lukt om vertrouwen te herstellen?

Soms lukt het niet om zelfstandig het vertrouwen in arbeidsrelaties te herstellen. Misschien vind je het spannend om het gesprek er over te voeren of staat de ander er niet voor open. Als degene die je heeft gekwetst niet open staat voor feedback of zich niet kwetsbaar kan opstellen, wordt herstel heel moeilijk. Als mensen aan de mediationtafel komen, zien we vaak dat er veel kansen zijn gemist om de problemen met elkaar op te lossen en talloze reden waarom dat niet is gelukt. Vaak zien we dan ook dat een vorm van gespreksbegeleiding, en zeker mediation, als een laatste redmiddel wordt gezien, en dat is jammer, want hoe eerder je hulp in roept als het zelfstandig niet lukt, hoe beter!

Zo kan individuele coaching ingezet worden om mensen voor te bereiden op het voeren van een lastig gesprek, om inzicht te krijgen op de eigen conflict- of communicatiestijlen en op die van de ander. Teamcoaching kan helpen om patronen in een team bloot te leggen en communicatie of onderlinge relaties te verbeteren.

Dialoogbegeleiding is een vorm van ‘mediation-light’ die mensen helpt weer in gesprek met elkaar te gaan onder begeleiding van een neutrale persoon, zonder de formaliteit van een mediation-overeenkomst.

Mediation kan op ieder moment worden ingezet, maar zeker als er sprake is van een conflict dat dusdanig is geëscaleerd dat de vrijwilligheid en vertrouwelijkheid van het mediationproces, en de neutrale en onpartijdige rol van de mediator, gewaarborgd moeten zijn.

Het begint met lef! Lef om te erkennen dat er een probleem is, of kan ontstaan, en lef om hulp in te schakelen vóórdat het uit de hand loopt.

Kennisbijeenkomst

Uiteraard kun je je ook opgeven voor de Kennisbijeenkomst over vertrouwen in arbeidsrelaties op dinsdag 11 april 2023. Voor meer informatie en de mogelijkheid je aan te melden, volg deze link.

Psychologie aan de mediationtafel 6

Psychologie aan de mediationtafel

Psycholoog-mediator Mark Spaargaren duikt in deze serie in de wereld van de psychologie aan de mediationtafel. Hij maakt kennis met een tafelgast die altijd aanwezig is. Soms zichtbaar, meestal onzichtbaar. Deze keer: De dramadriehoek.

De dramadriehoek

De dramadriehoek is door Stephen Karpman ontwikkeld als visuele weergave van een veelvoorkomend communicatiepatroon tussen mensen: de aanklager, het slachtoffer en de redder. Deze drie rollen vullen elkaar aan en houden elkaar gevangen in een patroon waarvan de betreffende personen zich vaak niet bewust zijn. Ondertussen vermijden zij adequaat en volwassen gedrag.

Het slachtoffer stelt zich machteloos en afhankelijk op, gelooft niet in eigen kracht en weigert verantwoordelijkheid te nemen. De aanklager reageert altijd boos, maakt verwijten en voelt zich beter dan de ander. De redder helpt ongevraagd, heeft altijd goede oplossingen en voelt zich vanuit die rol ook verheven boven de anderen.

Het wordt een drama omdat de driehoek niet wordt doorbroken en het werkelijke probleem niet wordt opgelost en eerder verergert.

Hoe uit zich dat bij conflicten?

Mensen die niet uit een conflictsituatie lijken te komen, zitten vaak gevangen in de dramadriehoek. De aanklager erkent geen eigen schuld en maakt alleen verwijten naar de ander. Het slachtoffer neemt ook geen verantwoordelijkheid, maar laat de schouders hangen en klaagt dat alles hem overkomen is en raakt passief. De redder neemt verantwoordelijkheid die zij helemaal niet heeft, en houdt daarmee het conflict ook in stand.

Doordat geen van de ‘spelers’ verantwoordelijkheid neemt voor het eigen handelen, wordt het daadwerkelijke conflict niet opgelost.

Aan de mediationtafel komt dit patroon dan ook veelvuldig voor, waarbij het voor de mediator een grote uitdaging is de reddersrol niet op zich te nemen. Dit zou immers de verantwoordelijkheid bij de partijen weg halen en een échte oplossing verder uit het zicht brengen. Een mediator kan ook in een andere rol verzeild raken, zoals een slachtofferrol als de verwijten juist aan het adres van de mediator worden gemaakt.

Tips

Wat te doen als je deze psychologie aan de mediationtafel tegen komt?

Zoals ook bij andere psychologische principes begint het bij het herkennen van het patroon. Aanklagers zullen woorden gebruiken als “Als jij er niet zou zijn, zou alles beter gaan!” of “Kijk eens wat je veroorzaakt hebt”. Slachtoffers zul je eerder dit soort dingen horen zeggen: “Ik kan er niets aan doen!” of “Ik houd er mee op”.

Om uit de dramadriehoek te kunnen stappen, is het nodig verantwoordelijkheid te nemen voor eigen gedrag. In de drama driehoek is sprake van ongelijkwaardigheid: Ik ben OK, jij bent niet OK; of in het geval van het slachtoffer: Jij bent OK, ik ben niet OK. Om dit patroon te doorbreken moet er sprake zijn van gelijkwaardigheid: Ik ben OK, jij bent OK! In de literatuur wordt ook wel gesproken over de winnaarsdriehoek, met daarin de volgende elementen:

Kwetsbaarheid tonen: jezelf accepteren, echte gevoelens uiten en om hulp vragen.

Behulpzaam zijn, maar niet overnemen: bewaak de autonomie van de ander, erken en stimuleer het zelfoplossend vermogen.

Assertief zijn: niet oordelend, waarbij je je eigen gevoelens en behoeften kent en deze met duidelijke ik-boodschappen kunt communiceren.

Door als mediator bewust te zijn van deze psychologie aan de mediationtafel, beide partijen evenwichtig te blijven bevragen en het ineffectieve communicatiepatroon bespreekbaar te maken, wordt de driehoek doorbroken, de zelfbeschikking van partijen bevorderd en kunnen zij afspraken maken over hoe zij in de toekomst met elkaar om willen gaan.

Voor meer informatie, advies of een afspraak – neem gerust contact op!!

Psychologie aan de mediationtafel 3

Psychologie aan de mediationtafel

Psycholoog-mediator Mark Spaargaren duikt in deze serie in de wereld van de psychologie aan de mediationtafel. Hij maakt kennis met een tafelgast die altijd aanwezig is. Soms zichtbaar, meestal onzichtbaar. Deze keer: Psychologische veiligheid.

Psychologische veiligheid

Durf je op je werk te zeggen wat je werkelijk vindt zonder angst daarop afgerekend te worden? Sta je open voor feedback en geldt dat ook voor je collega’s en leidinggevende? Durf je fouten toe te geven en krijg je de ruimte hiervan te leren? Kun je volmondig ‘ja’ antwoorden op deze vragen, dan werk je in een team of organisatie die psychologisch veilig is.

Amy Edmondson deed onderzoek naar Psychologische veiligheid in organisaties en schreef hier een boek over: De onbevreesde organisatie. Zij deed onderzoek naar succesvolle teams en ontdekte dat psychologische veiligheid dé cruciale factor is. In psychologisch veilige team heerst de overtuiging dat je sociale risico’s kunt nemen. Mensen zeggen wat ze denken, delen de zorgen die ze hebben en zijn niet bang hun fouten toe te geven. Innovatieve ideeën worden gedeeld, zonder angst dat deze direct afgeschoten worden. Dit zorgt er voor dat problemen zichtbaar worden en iedereen een bijdrage kan leveren aan de oplossingen, zodat vooruitgang wordt geboekt.

Leidinggevenden creëren psychologische veiligheid door te herhalen dat bij leren en verbeteren ook fouten maken hoort.  Ze nodigen bijdragen van de teams uit omdat ze zelf niet alle waarheid in pacht hebben. En ze luisteren aandachtig naar hun teamleden en uiten waardering wanneer mensen fouten benoemen en komen met ideeën en oplossingen. Ze maken van fouten leermomenten.

Hoe uit zich dat bij conflicten?

Waar mensen samenwerken ontstaan conflicten. Niets mis mee! Het gaat hier niet om aardig gevonden te worden. In teams waar mensen in staat zijn om direct te communiceren, problemen die spelen te benoemen en fouten als leermomenten te zien, ontstaan productieve interacties en worden conflicten op een constructieve manier opgelost. Dit bevordert de effectiviteit van teams en het werkplezier van de teamleden.

In teams waar angst heerst, gebeurt het tegenovergestelde. Teamleden nemen geen risico’s. Ze werken beheersmatig, vegen fouten en problemen onder het vloerkleed en delen geen eerlijke feedback. Dit betekent echter niet dat teamleden niet communiceren. In plaats van praten met elkaar, praten ze over anderen. Conflicten die ontstaan worden niet uitgesproken, maar uit de weg gegaan. Werknemers vertrekken gedesillusioneerd. Soms op eigen initiatief, soms gedwongen. De productiviteit van teams staat onder druk, om maar te zwijgen van de werksfeer.

Natuurlijk is er ook wel eens een conflict in een psychologisch veilig team. Maar met enkele goede gesprekken, eventueel begeleid door een mediator, zien we dat die conflicten vaak goed en duurzaam op te lossen zijn. De basis is immers goed.

In teams waarin leden zich al onveilig voelden, kan ook conflict lang blijven sluimeren. En veel schade berokkenen aan het toch al broze weefsel van de onderlinge samenwerking. Als je dan als mediator aan de slag gaat, heb je vaak eerst te dealen met een gebrek aan vertrouwen en weinig hoop dat er überhaupt wat te fixen valt.

Tips

Voorkomen is beter dan genezen. Zoals met vertrouwen komt veiligheid te voet en gaat te paard. Leidinggevenden geven het goede voorbeeld en hebben een sturende rol in het creeren van een veilige omgeving. Maar uiteindelijk zal ieder lid van een team de verantwoordelijkheid moeten willen dragen: (sociale) veiligheid is een collectieve taak.

Aan de mediationtafel is het belangrijkste middel om een veilige omgeving te creëren de vertrouwelijkheid van het proces. De vertrouwelijkheid zorgt er voor dat betrokken partijen vrij zijn gedachten, emoties, en ideeën te bespreken zonder bang te zijn voor consequenties. Het waarborgen van de vertrouwelijkheid is dan ook hét aandachtspunt bij onveilige teams. Als partijen daar niet van overtuigd zijn, zullen zij niet het achterste van de tong laten zien.

Een ander belangrijk principe in mediation is de gelijkwaardigheid van de partijen. In arbeidsmediations tussen leidinggevenden en medewerkers kan dit ingewikkeld zijn, maar toch is het belangrijk hier als mediator oog voor te hebben. Besluiten worden gezamenlijk genomen en ieders stem is belangrijk en gelijkwaardig.

In mediation zie je vaak een doorbraak op het moment dat partijen gaan twijfelen aan hun eigen gelijk of andere perspectieven toelaten. Eigen fouten toegeven, eerlijk zijn dat je de waarheid niet in pacht hebt en erkenning voor de standpunten en de belangen van de ander, kunnen zorgen voor het herstel van vertrouwen en een productieve voedingsbodem voor oplossingen.

Soms is een conflict tussen twee collega’s een symptoom van een groter probleem in een team of organisatie, en is het nodig om naast het oplossen van het conflict ook de onveiligheid in het team aan te pakken, door middel van Teamcoaching of conflictbegeleiding op teamniveau.

Voor meer informatie, advies of een afspraak – neem gerust contact op!!

timing mediation

Wanneer is het ‘tijd’ voor mediation?

Wij krijgen wekelijks mensen aan de lijn, op zoek naar een mediator of informatie over mediation. Sommige van die telefoontjes gaan over de timing van mediation. Want wanneer is een situatie erg genoeg om mediation voor te stellen? En wanneer zou je het eigenlijk zelf nog kunnen oplossen? Of is het zo erg dat je niet eens meer mediation moet willen proberen?

Zinnige vragen waar – in alle eerlijkheid – geen simpel of eenduidig antwoord op is. Wel kunnen we enkele scenario’s schetsen die wellicht helpen om duidelijkheid te scheppen.

Het ideale scenario

Het loopt niet lekker tussen jullie. Jullie hebben al enkele gesprekken gevoerd, maar merken allebei dat het lastig is elkaar te verstaan. De emoties en frustraties nemen de overhand, de communicatie verloopt niet effectief. Of het onderwerp nu is de koers van het (familie-)bedrijf, jullie collegiale samenwerking, of een zakelijk project dat van de rails dreigt te raken; jullie willen dit oplossen. Jullie zijn het snel eens; daar hebben we een beetje hulp bij nodig. Samen worden jullie het eens over het soort begeleider dat jullie nodig hebben en aan welke criteria hij/zij moet voldoen en bellen één van ons (of iemand anders ?) en vragen om een offerte en kennismakingsgesprek.

Vroeg in de wedstrijd

Jij loopt al enige tijd aan te hikken tegen een ongemakkelijk gesprek. Over jouw verwachtingen van de samenwerking. Omdat je iets anders wilt. Of omdat je iets uit het verleden wilt bespreken maar niet goed weet hoe. Je wilt dat dat gesprek goed verloopt; er staat wat op het spel. Je denkt dat jullie daar een beetje hulp bij kunnen gebruiken. Of anders jij zelf wel. Maar waar begin je? Je kunt kijken naar onze tips voor ongemakkelijke gesprekken, of één van ons bellen en bespreken of je ons wilt inschakelen. Dat kan individueel; conflict coaching zodat je je eigen ongemak en conflictstijl kunt onderzoeken en het gesprek kunt voorbereiden. Dat kan ook voor jullie samen, met dialoogbegeleiding of mediation. Weet wel dat het belangrijk is dat jullie samen de keus maken voor de procesbegeleider / mediator. Je zult de ander dus eerst zelf moeten uitnodigen voor het gesprek en toelichten waarom je daar hulp bij wilt inschakelen. Uiteraard kunnen we je wel tips geven hoe je zo’n uitnodiging kunt doen. Ook bieden we aan om samen met jou of jullie een conflict-diagnose te doen. Dit kan ook nuttig zijn aan de start van een samenwerking, als er echt nog geen vuiltje aan de lucht is.

Vijf voor twaalf

Dat er ruzie is, is voor iedereen duidelijk. Sterker nog, jullie hebben je al ‘bewapend’ en aan beide kanten zijn al advocaten of andere adviseurs in stelling gebracht. Om een overtuigend dossier op te tuigen; gericht op het winnen van ‘de zaak’.  Maar één van de adviseurs of jijzelf vraagt zich toch nog hardop af of er niet toch nog één laatste poging gedaan moet worden om er samen uit te komen. Want liggen we alle kaarten op tafel? Is jouw verhaal echt zo ijzersterk dat je de gang naar de rechter aandurft? En stel dat je wint, raak je dan ook iets kwijt?

In dergelijke gevallen is het zeker een goed idee om mediation te onderzoeken. En daar vooral niet lang mee te wachten. Bij ons kun je vrijwel altijd binnen een week op intake-/kennismakingsgesprekken. In dat gesprek zullen we met jou, maar ook met ‘de andere kant’ doorpraten over de zin van mediation in deze fase. Staat er echt nog een deur op een kiertje? Ben je bereid om te luisteren naar wat de ander aan belangen, behoeften en overtuigingen heeft en die van jezelf te delen om tot een duurzame oplossing te komen waar je allebei ja tegen zegt? En staat je adviseur ook achter jouw keuze om te gaan voor een win/win oplossing, zelfs al lijkt je zaak (juridisch) heel sterk?

Mediation op de valreep, terwijl de gang naar de rechter al is aangekondigd kan spannend zijn; de gesprekken in de aanloop naar zo’n besluit zijn vaak op het scherpst van de snede gevoerd, kun je nog terug naar een meer ‘collegiale’ aanpak waar bijvoorbeeld ook aandacht is voor jullie reputatie, de impact van het conflict op anderen binnen jullie project, bedrijf of partnerschap en misschien zelfs wel voor de emoties die onder het conflict verborgen zitten. Bereid om het te proberen? Bel of mail en we gaan zo snel mogelijk met alle betrokkenen op verkenning. Weet je niet zeker of de ander instemt met de gang naar de mediator? Je kunt een dergelijk verzoek eerst in de week leggen via de adviseurs. Ook kan het helpen om de ander de keuze te geven over welke mediator jullie inzetten om jullie gesprek te begeleiden.

Op de bodem van de put

Heeft mediation nog zin als je al jaren aan het procederen bent? Tienduizenden euro’s gespendeerd aan juridische kosten, en allebei al eens je gelijk gehaald in een tussenvonnis, of één van de vele procedures die je tegen elkaar hebt aangespannen. Je spreekt niet meer met elkaar, maar over elkaar, via adviseurs en tijdens de zitting. Elke vorm van respect of vage herinnering aan betere tijden is vervlogen. Waarom zou je dan nog mediation overwegen?

Een precies antwoord op die vraag kunnen wij je niet geven. Wel kunnen we delen wat overwegingen waren van de partijen die we via de rechtbank en het hof de afgelopen jaren aan tafel begeleiden. Ze waren moe van de strijd, wilden verder met hun leven. Hun geliefden waren het zat. Het geld om te kunnen procederen raakte op. Er waren mensen overspannen geraakt als gevolg van de slepende procedure en de impact die dat had binnen de organisatie. Of de rechter had gezegd; als ik nu in deze procedure een uitspraak doe, bent u dan klaar of zie ik u over enkele maanden opnieuw? Is de oplossing die u wenst echt juridisch van aard?

Slaagden al deze zaken? Het eerlijke antwoord; nee. Sommige mensen zijn zo diep gekrenkt of verweven met het conflict dat er geen weg meer terug lijkt. De wens om het (juridische) gelijk weegt zwaarder dan een oplossing die een einde maakt aan de ruzie. Maar in ruim de helft van de gevallen lukt het wel om met elkaar om tafel, soms voor het eerst in jaren, een goed gesprek te voeren en zaken op te lossen. In andere gevallen blijkt samen tot een oplossing komen niet mogelijk, maar rapporteren mensen vaak dat het goed was elkaar weer eens recht in de ogen te kijken en het echte verhaal te horen, zonder de juridische argumenten. Het is dan aan de rechter om uitspraak te doen, maar vaak heeft de mediation toch iets opgeleverd in het proces om de uitkomst te aanvaarden.

Kortom…

Wat is de perfecte timing om de mediator in te schakelen? Dat kunnen wij helaas niet voor jullie bepalen. Maar wil je meer weten over onze diensten, en vrijblijvend sparren over andere manieren om uit een conflict te komen of een groter conflict te voorkomen? Bel of mail en wij maken graag tijd.

samenwerken verzuim en preventie

Nieuwe vormen van samenwerken en conflict

Verslag kennissessie Mediation Amsterdam 9 december 2021

Samenwerken in tijden van pandemie met organisatiepsycholoog dr. Marieke den Ouden.

Op 9 december jl. organiseerden wij een speciale online Corona-editie van onze interdisciplinaire kennissessies rondom psychisch verzuim, conflict en spanningen op de werkvloer.

Dr. Marieke den Ouden (Universiteit Utrecht) was bereid om onze bijeenkomst in te leiden, met de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen rondom de gevolgen van Covid-19 voor de werknemers en de mogelijke gevolgen op conflicten op het werk.

Uit de research in recent gepubliceerde wetenschappelijke artikelen*[1] heeft Marieke al veel wetenswaardigs gehaald. De conclusies leggen de vinger op verschillende zere plekken, die ook in onze praktijk als mediators, inderdaad bron van onvrede en conflict kunnen zijn.

Anderzijds kwamen ook juist een aantal positieve gevolgen van de crisis aan bod. Ook op die positieve kanten de focus (ver)leggen kan helpend zijn in de dialoog tussen zowel werkgevers als werknemers.

Balans werk-privé

De bevinding dat door de Corona crisis de ‘work-family’ conflicten zijn toegenomen is misschien een open deur. Maar interessant dat met name vrouwen hier last van hebben en in het bijzonder hoogopgeleide vrouwen. De combinatie van hoge verwachtingen van thuiswerken vanuit de medewerkster én mogelijk collega’s zelf, en het managen van thuisblijvende kinderen geeft veel spanningen. Terwijl lager opgeleide mannen hier het minste last van hebben; hun werk vindt meestal buitenshuis plaats en vaak is er sprake van een meer traditionele thuissituatie, waardoor zij weinig extra hinder hebben van de combinatie thuis / werk. Wat mooi is, uit onderzoek bleek dat we ondanks alle spanningen geen slechtere ouders zijn geworden. Dit staat blijkbaar los van de toename van huiselijk geweld, die ondertussen ook een bekend gevolg van de Corona lockdown is. Ook is aanvankelijk het aantal echtscheidingen flink gedaald. Misschien dat mensen die beslissing hebben uitgesteld vanwege de onzekere financiële situatie en huizenmarkt; of dat het besef elkaar nodig te hebben in tijden van crisis een rol speelt.

Werkfactoren

Tijdens corona is ook welzijn in een representatieve steekproef gemonitord. Op het werk hebben zorgpersoneel en mensen in andere dienstverlenende functiesmeer last van ongewenst gedrag van klanten, maar met name in het begin van de crisis verminderden juist intern de klachten over ongewenst gedrag van collega’s. De aanname is dat men in de samenwerking de schouders eronder heeft gezet. Zorgpersoneel ervoer ook meer steun van hun leidinggevenden; de focus lag op het overeind houden van essentieel personeel. Zo heeft het collectieve probleem van de Corona crisis de sfeer intern op het werk in sommige sectoren  juist verbeterd. Overigens geeft het verplichte thuiswerken aan medewerkers ook meer autonomie wat steevast positief wordt gewaardeerd.

Nieuwe sociale normen

Positief is dat nieuwe normen over samenwerken zich versneld ontwikkelen door de noodgedwongen aanpassingen op het werk. Nederland was al koploper in de ontwikkeling van ‘Het Nieuwe Werken’ en nu zijn er diverse zaken snel ‘het nieuwe normaal’ geworden.

PLATO*[2]: Flexibele werktijden en (deels) thuis werken. Communicatie via ‘app’-groepen en vergaderen online. We konden het allemaal dus toch vrij makkelijk organiseren. Hierdoor zijn de verwachtingen, het sociale contract, van de werkomgeving al veranderd. Uit de input van de HR professionals in de meeting bleek ook: werkgevers en werknemers moeten hierover in gesprek. Met als doel:  een nieuwe gezamenlijke etiquette rond samenwerken én de werk-thuisbalans. Het recht op onbereikbaarheid –  in Duitsland en Frankrijk al onderwerp van gesprek op wetgevend niveau – voor een werknemer is voorbeeld   van afstemming tussen werkgevers en hun medewerkers. Sommige grote werkgevers zoals Volkswagen gaan hier bijvoorbeeld al van uit voor wat betreft avond en weekend. Deze tijd daagt uit om te vernieuwen; business processen worden opnieuw ontworpen met de focus op wat er nu werkelijk nodig is om een organisatie te laten draaien.

Lastig leidinggeven

Wat wel duidelijk is: online werken vereist meer moeite doen om de relatie te laten groeien, met name ook van de leidinggevenden. Ze kunnen niet zo makkelijk rechtstreeks superviseren of overleggen. Het is lastiger om binding met de organisatie te behouden of met name om deze tot stand te brengen voor nieuwe medewerkers. Niet iedereen heeft ook dezelfde behoeftes; een young professional die begon met een eerste baan tijdens de eerste lockdown en contact met andere jonge mensen op festivals enorm mist, heeft andere behoeften dan een werkende ouder die van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat alle ballen omhoog houdt en daardoor continu overprikkeld en moe is.

Even snel een fles wijn afgeven bij een medewerker is goed bedoeld, maar kun je ook door een bezorger laten doen. Echte aandacht geven is het sleutelwoord, ook in de relatie met werknemers. Bel eens en vraag: “hoe gaat het nu écht met jou?” En goede ontwikkeling is bijvoorbeeld de zogenaamde ‘wandel-bila’. Leidinggevenden of collega’s spreken vaker met elkaar af om 1-op-1 overleg te voeren in de buitenlucht tijdens een wandeling of maken tijd om met elkaar te bellen en het niet alleen over de taken en resultaten van die week te hebben. Uit recent gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek blijkt wandelend coachen ook nog eens bewezen effectief bij burnout-achtige klachten!

Zoom- of Teams meeting

Bij online vergaderen mist het deel van de non-verbale communicatie en de onderonsjes met de buurman/-vrouw. Ook is er geen mogelijkheid tot de informele contacten voor, na en in de pauzes. Vermoedelijk is er in het overleg voor groepen tot ca 4 personen vrij weinig verschil met live bijeenkomen. Voor groepen tot ca 10 personen is er een belemmering in het informele aspect; je ziet elkaar slechts als postzegeltjes op het scherm. Voor groepen van 10 personen en meer werkt het niet echt goed: de belemmering is er in het non-verbale contact, zowel in het informele aspect.

Wat te doen als het mis is gegaan en er een (dreigend) conflict gepaard gaat met ziekmelding? Uit het gesprek tijdens onze kennissessie bleek dat een werkgever in de praktijk veel misverstanden kan voor komen door te zorgen dat een vaste procedure bij verzuim duidelijk is gecommuniceerd. De medewerker weet dan waar hij/zij aan toe is en wanneer welk contact of actie vanwege de werkgever zal komen. Ook is er vaak veel onzekerheid bij collega’s over welk gedrag van hen verwacht wordt. Mogen we die ene collega waarvan we niet precies weten waarom hij/zij ziek is nou wel of niet een appje sturen met beterschap of een kaartje sturen met diens verjaardag? Of dergelijk collegiaal contact wenselijk is bij verzuim, door conflict of ziekte, is iets dat werkgever en/of HR mee kunnen nemen als vraag aan de verzuimende medewerker. Dit kan helpen voorkomen dat een collega tijdens diens afwezigheid steeds minder verbinding ervaart.

Vanuit jurisprudentie is volstrekt helder is dat een werkgever een vergaande plicht heeft om te zorgen voor een gezonde werkplek. Ook bij thuiswerkende medewerkers moet een werkgever voldoende maatregelen nemen; anders mag de werknemer bijvoorbeeld werk weigeren. Barend van Luyn, advocaat vertelde daarover vanuit juridisch perspectief. “Een werkplek is een werkplek, ook als die thuis is. De aardappelfabriek moet ervoor moet zorgen dat de medewerkers hun vingers niet in de frietsnijder steken, het accountantskantoor moet ervoor zorgen dat mensen ook thuis een fatsoenlijke bureaustoel hebben. Die verplichtingen zijn gebaseerd op artikel 7:658 BW en op  artikel 3 Arbeidsomstandighedenwet. In 2006 heeft het gerechtshof Amsterdam al eens  bevestigd  dat die artikelen ook gelden voor de thuiswerkplek. De werkgever is verplicht daar beleid op te maken. In Duitsland werd een werkgever veroordeeld om de schade te vergoeden die een werknemer leed doordat hij tussen zijn bed en zijn thuiswerkplek zijn rug brak. In Nederland zou dat vermoedelijk niet het geval zijn. Wel heeft iemand die rsi oploopt van het werken aan de keukentafel het recht aan zijn zijde.”

Enkele deelnemers met HR-functies in de zorgsector vertelden dat bij hen geen sprake is van verminderd contact. Integendeel iedereen is (te) veel op de werkvloer en de gevolgen voor de (psychische en fysieke) belastbaarheid zijn niet best. In het algemeen geldt dat wanneer je in de zorg werkt je dat niet doet vanwege de hoge beloning. De maatschappelijke waardering voor de inzet is dan ook altijd al een belangrijke drijfveer en in feite cruciaal in deze tijden van crisis.  Toch is het belangrijk om ook de übergemotiveerde werknemer te wijzen op het belang van hersteltijd, zodat de energie duurzaam op peil blijft en er geen risico op langdurige uitputting ontstaat. Het zelf inroosteren en diensten (moeten) ruilen, blijkt in de praktijk niet altijd tot de beste roosters én genoeg tijd om te rusten te leiden. Dit heeft ook een andere risico voor de werkgever; het niet naleven van arbo-wetgeving.

Wordt vervolgd!

Al met al was het weer een mooie bijeenkomst met input vanuit verschillende disciplines naast de hoofdrol voor Marieke den Ouden deze keer. Voor ons is de meerwaarde van interdisciplinair kennis en ervaringen uitwisselen over actuele thema’s op de werkvloer heel duidelijk. Dus wat ons betreft organiseren we in de loop van 2022 weer twee van deze bijeenkomsten.

We hebben het voornemen de volgende kennissessie in te zoomen op de relatie tussen leidinggevende – de collega en de individuele medewerker bij zaken die op het snijvlak van (dreigend) verzuim en disfunctioneren / samenwerkingsproblemen liggen. Iets wat wij als mediators regelmatig meemaken en de vaak de vraag opwerpt: wie is er nodig om dit probleem/verzuim op te lossen én in welke volgorde?

Tot de volgende keer!

 

[1]Er is vooral geput uit twee themanummers van Gedrag & Organisatie, respectievelijk VOL. 34, NO. 3, 2021  en VOL. 34, NO. 4, 2021. Dit blad is gepeerreviewd. Sommige andere gevonden wetenschappelijke artikelen over de gevolgen van de Corona crisis zijn nog onder constructie in de zin dat bijvoorbeeld peer reviews nog niet waren gedaan.

[2] PLATO staat voor plaats en tijdonafhankelijk werken

vrijheid en mediation

Vrijheid

5 mei, Bevrijdingsdag 2021. We vieren deze dag vandaag maar heel beperkt. Corona houdt ons weg van grote evenementen en ook het weer zit niet mee.

Voor velen is het vandaag een reguliere werkdag, ondanks de betekenis die vrijheid heeft, en de prijs die er betaald is, en nog steeds betaald wordt voor vrijheid wereldwijd.

Herdenken

Als kleindochter van twee verzetsstrijders, zus van twee beroepsmilitairen en vrouw van een man die zelf opgroeide in een oorlog, heeft 4 mei betekenis. Ik voed mijn kinderen op met 2 minuten stilte om acht uur ’s avonds. Samen hadden we gisteren een mooi gesprek na het kijken naar de herdenking op de Dam over waarom we herdenken en hoe het kan dat het verzetswerk van vrouwen zo lang ondergewaardeerd bleef.

Maar hoe geven we vandaag betekenis aan vrijheid?

Ik keek net de beeldschone en tegelijk schrijnende Oscar-winnende korte film ‘The Silent Child’ (hieronder te zien op Youtube). Deze gaat niet over oorlog, maar over een klein, doof meisje in een horende wereld. Haar moeder heeft buitengewoon veel moeite met het accepteren dat communicatie voor haar dochter een andere vorm heeft dan bij ‘normale’ kinderen. Met het gevolg dat ze haar dochter passende hulp ontzegt, en haar gevangen houdt in een horende wereld.

De film greep me aan. Ik heb drie slimme (overigens horende) kinderen, waarvan er een de diagnose autismespectrumstoornis heeft. Ook voor dit kind is soms een aanpassing nodig. Communicatie verloopt soms anders dan bij andere kinderen, en daar lopen wij, als ouders, leerkrachten en andere volwassenen er omheen regelmatig op vast.

Het hebben van een kind dat ‘anders’ is, brengt ook angsten met zich mee. Ik kon me zeker ook identificeren met de ‘kille’ moeder van het verhaal. Ik wil mijn kind soms ook duwen en pushen. Om maar zo normaal mogelijk te doen. Ik heb niet altijd voldoende geduld en lig soms ’s nachts wakker. Gaat dit kind dezelfde kansen krijgen als ieder ander kind? Is de maatschappij klaar voor de aanpassingen die soms nodig zijn om te zorgen dat dit kind, straks volwassenen, volwaardig mee kan draaien?

Is er ruimte voor elke vorm van ‘zijn’ in ons land anno 2021?

Misschien is vrijheid wel zorgen dat een ieder de ruimte krijgt om te communiceren. Dat we elke dag weer onze stinkende best doen om te luisteren. Een vorm te vinden om elkaar te bestaan. Elkaar zien, horen en de hand reiken. Over grenzen, beperkingen, kleur en seksuele, gender- of religieuze identiteit heen. Als mediator zie ik hoe moeilijk het kan zijn, om voorbij je eigen angsten, oordelen en bezorgdheid ruimte te maken voor het verhaal van de ander. Zonder je aangevallen of afgewezen te voelen. Toch blijkt er voorbij de eerste emoties vaak veel meer onderlinge herkenning en begrip dan vooraf gedacht.

Terugkomend op de vraag naar de betekenis die ik wil geven aan vrijheid:

Elkaar kunnen en mogen ontmoeten in ons menszijn.

Dat is voor mij vrijheid.