TERUGBLIK – Rouw op de werkvloer
In de Nationale Week van de Mediation, die dit jaar werd gehouden van 30 oktober tot 3 november, organiseerden wij onze halfjaarlijkse (ditmaal digitale) kennisbijeenkomst. Ditmaal met als thema: “Rouw op de werkvloer”
Ruim veertig mensen namen deel aan deze bijeenkomst om ervaringen en kennis te delen. “Rouw”, als onderwerp, blijkt nog vaak taboe maar heeft wel een flinke impact op (werk-)relaties. In dit artikel delen we de inzichten en tips van die ochtend.
Veel van de aanwezigen waren vertrouwenspersoon (43%), mediator (23%), of HR-manager (9%); slechts 19% had geen ervaring met rouw op de werkvloer, 34% eigen ervaring, 13% ervaring met rouw van collega’s en 34% kwam professioneel met rouw in aanraking; 50% van degenen die antwoord gaven op de betreffende vraag heeft geen protocol op zijn/haar werk in een grotere organisatie, 22% wel. (19% gaf aan dat dit voor hen niet van toepassing is).
Drie sprekers kwamen aan het woord, met ieder een heel bijzondere bijdrage:
Marion Uitslag, auteur en onderzoeker. De ervaring van rouw of verlies is persoonsgebonden, niet voor iedereen gelijk. Marion vertelde bovendien dat actie pas mogelijk is na acceptatie en als ook het eigen aandeel of de eigen verantwoordelijkheid wordt erkend.
Parinaz Aminzadeh, maatschappelijk werker/vertrouwenspersoon in de ouderenzorg. In de ouderenzorg komt verlies bovenop verlies: gezondheid, relatie (als de partner overlijdt), eigen regie; er is te weinig tijd om het verlies goed te verwerken. (Partner)verlies veroorzaakt eenzaamheid, en leidt mogelijk tot rolverwarring.
Een rouwproces kan pas goed starten na inzien/acceptatie van het verlies. Een rouwproces heeft tijd nodig en kan vaak lang duren. De rouwbegeleider probeert hoop een andere vorm te geven, zodat de ouder wordende mens toch de lichtpuntjes blijft zien.
Cultuurgebondenheid: In sommige landen wordt een collega, na partner-verlies, als hij weer naar het werk wil/kan, opgehaald door collega’s, om de verbondenheid tastbaar te maken. Het verlies is niet eenzijdig, ook de werkgever verliest (zeker als er geen ruimte gegeven wordt voor herstel).
Van groot belang zijn: Ruimte geven voor het verhaal. Delen met elkaar. Maar: mensen durven vaak niet te vragen, bang voor de gevolgen van de vraag.
Ook: grote organisaties hebben regels, die beperken de ruimte die eigenlijk nodig is.
Willem Tukker, financial controller in een maatschappelijke organisatie. Op indringende wijze vertelt Willem Tukker over het verlies van zijn dochtertje Rosalin, die op 17 november 2022 op 9,5 jarige leeftijd aan een longinfectie overleed en hoe dit een emotionele aardbeving teweegbracht bij de ouders. Van groot belang is toen geweest de reactie van de leidinggevende die bestond uit een aantal onderdelen:
- werk komt wel weer
- neem je tijd
- wat kunnen we voor je doen?
Dit waren voor Willem de sleutels. Hij voelde begrip, die de ruimte boden voor herstel.
Ook vragen als: “vind je het fijn als er collega’s op de begrafenis komen?” toonden de zorg die op zo’n moment zo nodig is.
En terugkeer naar werk werd voorafgegaan door een kop koffie op kantoor, zonder druk om aan het werk te moeten gaan.
Er waren ook ongemakkelijke momenten. Zoals collega’s die wegduiken als ze je voor het eerste zien op het werk. Niet uit onwil maar uit onmacht. Of medewerkers die teveel vragen stellen (wat het gevoel gaf van sensatiezucht in plaats van echte empathie en belangstelling).
Die onmacht is begrijpelijk. We hebben de dood buiten de deur gezet, met hospices en verpleeghuizen en rouwcentra. Er wordt te weinig over de dood gepraat, en er is vaak onbegrip bij werkgevers/organisaties hoe hier mee om te gaan; er is de neiging om de oplossing te zoeken in regelgeving (twee weken rouwverlof, formele processtappen), maar dit werkt niet.
Anderzijds zijn er (kleinere) werkgevers, die niet zoveel flexibiliteit kunnen bieden, want langdurige uitval is niet goed te dragen. Toch blijft zoeken naar maatwerk belangrijk.
Het zou mooi zijn als er een training zou zijn, voor werkgevers (welke vragen wel, welke vragen niet stellen; hoe lang verlof; mogelijkheid tot inzet van loopbaanbudget) maar ook voor werknemers (pak de ruimte en vertel wat je nodig hebt). Van belang is om ook de effecten op lange termijn in ogenschouw te nemen.
Bij werkoverleg: eerst even inchecken (naam overledene noemen, evt. verjaardag, toon interesse en vraag na).
Rouw kun je niet behandelen, want rouw is geen ziekte.
Na deze ochtend met boeiende sprekers werd in kleine groepjes verder gesproken over het onderwerp en veel wat daarmee te maken heeft, waarna tot slot een korte terugkoppeling werd gegeven over de conclusies uit die gesprekken. Een paar daarvan waren:
- Verlies leidt tot meer verlies, zoals bij scheiding: verlies van partner, van (relaties met) kinderen, verlies van woning (ook vrijwillige verhuizing is verlies), halvering vriendenkring. Anderen willen helpen, nemen verantwoordelijkheid over. Maar van groot belang is zelf regie herpakken.
- Maatwerk is essentieel. Een “overlijdensprotocol” als handboek voor de werkgever, waarin zowel zakelijke als persoonlijke/emotionele zaken worden opgesomd, kan dienen als “keuzemenu” voor een zo goed mogelijke begeleiding in overleg met degene wie het betreft.
- Regelgeving is te beperkt (voorbeeld: dierbare buurman, die elke dag geholpen werd, overlijdt; voor de nabestaande betrokken buur is er geen verlof regeling). Werkgever moet flexibel zijn.
- Er zijn verschillende vormen van rouw. Werkgevers zouden “vaardig” moeten zijn in de opvang daarvan op managementniveau, en directie moet daarop toezien. Zeker in het geval van het overlijden van een collega.
- Niet alle vormen van rouw zijn direct zichtbaar. Moeilijk onderwerp, moet toch bespreekbaar worden gemaakt.
Al met al een zeer waardevolle ochtend. Met dank aan de sprekers en aan alle aanwezigen voor hun inbreng en actieve deelname. We kijken uit naar onze volgende interdisciplinaire bijeenkomst medio april. Interesse? Stuur ons een mailtje om op onze mailinglijst te komen!