Psychologie aan de mediationtafel
Psycholoog-mediator Mark Spaargaren duikt in deze serie in de wereld van de psychologie aan de mediationtafel. Hij maakt kennis met een tafelgast die altijd aanwezig is. Soms zichtbaar, meestal onzichtbaar. Deze keer: Trauma.
Waar hebben we het over als we over trauma spreken?
Vorige maand heeft het team van Mediation Amsterdam een training van de Trauma Company gehad over trauma en traumasensitief werken. In ons werk komen we vaker mensen tegen met een verleden waarin traumatische ervaringen een rol hebben gespeeld. Als mediator is het belangrijk hier rekening mee te houden.
Maar waar hebben we het eigenlijk over bij het woord trauma?
Volgens de DSM-5, dé leidraad in diagnostiek voor veel psychologen en psychiaters, wordt trauma gedefinieerd als “blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld”. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen het zelf meemaken, er getuige van zijn, of de verhalen van anderen horen. Trauma’s kunnen enkelvoudig (eenmalig) zijn, maar ook chronisch. Chronisch trauma in de kindertijd wordt ook wel complex trauma genoemd.
Ons lichaam reageert volautomatisch op gevaar. We staan klaar om te vechten of te vluchten. Soms bevriezen mensen en zijn ze niet in staat tot actie te komen. In het boekje “Wanneer de (alarm)bel rinkelt” wordt dit proces beschreven als een alarmbel die afgaat en er voor zorgt dat alle focus gaat naar overleven. Ook als het gevaar is geweken, kan een herinnering, een geur, een woord of wat dan ook er voor zorgen dat de alarmbel toch weer afgaat. Dit worden triggers genoemd.
Als de alarmbel rinkelt, gaat de focus dus primair naar overleven, en komen andere functies zoals luisteren, spreken, logisch nadenken, plannen maken of het reguleren van emoties onder druk te staan.
Hoe uit zich dat bij conflicten?
Een conflict kan zeer ingrijpend zijn en allerlei triggers bevatten waardoor de ‘alarmbel’ gaat rinkelen of constant aanstaat. Reacties zoals vechten (de strijd aangaan, de ander aanklagen of agressief reageren), vluchten (het conflict of de ander vermijden of het vertonen van slachtoffergedrag) of bevriezen (niet in actie komen of zich passief of apathisch opstellen) komen veelvuldig voor. Ook kunnen mensen anders reageren op situaties dan je zou verwachten. Triggers in de situatie zorgen dat de alarmbel gaat rinkelen. Juist hierdoor kunnen conflicten ontstaan of verergeren.
Ook aan de mediationtafel kan dit zichtbaar worden. Als mediator ben je meestal niet op de hoogte van het verleden van de mensen aan tafel. Plotselinge veranderingen in gedrag kan een aanwijzing zijn dat de alarmbel bij mensen afgaat. Mensen komen moeilijker uit hun woorden, kunnen zich bepaalde dingen niet meer goed herinneren, of hebben moeite met het reguleren van hun emoties. Mensen vallen stil, of gaan juist huilen of schreeuwen, lopen weg of vertellen een weinig samenhangend verhaal. Allemaal tekenen die er op kunnen wijzen dat iemand zich niet veilig voelt, de alarmbel volop aanstaat, en iemand niet in staat is om het gesprek te voeren.
Als mediator wordt niet van ons verwacht dat we trauma diagnosticeren of behandelen. Het gaat in de eerste plaats om bewustwording van deze psychologie aan de mediationtafel. Een aanpak die sensitief is voor mensen die mogelijk getraumatiseerd zijn, kan sterk bijdragen aan een gevoel van veiligheid en het proces van mediation versoepelen.
Tips
Tijdens de training kwamen we er met elkaar achter dat veel van de dingen die we als mediator gewoon zijn om te doen, bijdragen aan een veilige setting voor de deelnemers. In een volgende blog in de serie Psychologie aan de mediationtafel zal in worden gegaan op concrete tips die de mediator kan gebruiken een veilige omgeving te creëren en de alarmbel tot rus te brengen.
Voor meer informatie, advies of een afspraak – neem gerust contact op!!